, [], No.50 (1995:Sep.26) :
Deuteronomy 31:16: Israel will forsake God; 1 Corinthians 15:3-4: Christ according to the Scriptures
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zeide tot Mozes: Zie, gij zult [17]slapen met uw vaderen; en dit volk zal opstaan, en [18]nahoereren de goden [19]der vreemden van dat land, waar het naar toe gaat, in het midden van [20]hetzelve; en het zal Mij verlaten en vernietigen Mijn verbond, dat Ik met [21]hetzelve gemaakt heb. 17. Of, nederliggen; te weten, om te slapen; dat is, gij zult sterven. Alzo wordt de dood een slaap genoemd, omdat de lichamen rusten tot den tijd der opwekking; Ps.13:4, en Ps.76:6; Dan.12:2; Joh.11:11; 1 Thess.4:13,14,15; 2 Petr.3:4. 18. Zie Ex.34:15, en Lev.20:5. 19. Hebreeuws, des vreemden van dat land; dat is, der Kanaanieten, die van God en zijn volk vervreemd waren, dienende vreemde goden. 20. Versta, het land, of de vreemde Kanaanietische inwoners van hetzelve. 21. Te weten, volk; en zo in het volgende doorgaans, hoewel het getal van enen en velen onder elkander vermengd is.